Beroep bij de Raad van State tegen horecaterras op woonboot, toelichting

Uit Woonschepen Comite Groningen
Ga naar: navigatie, zoeken


  • 13 april 2015


Tijdens de maandelijkse openbare bestuursvergadering van 13 april is door 12 van de 14 aanwezigen besloten dat het WCG bij de Raad van State beroep moet aantekenen tegen de merkwaardige uitspraak van de rechter over het horecaterras op woonboot Ludina. De vergadering en de agenda waren goed aangekondigd en ook per e-mail hebben zich geen waterbewoners gemeld met een afwijkende opvatting.


Uitspraak van de rechter

De rechter heeft weliswaar de omgevings-(bouw)vergunning vernietigd, maar oordeelt dat het terras niet hoeft te worden afgebroken omdat de betreffende wet inmiddels is gewijzigd en er wel sprake zou zijn van een goede ruimtelijke ordening. Hierdoor kan het terras van start, voorlopig voor een periode van 2 terrasseizoenen.

De gang van zaken is merkwaardig omdat de authenticiteit van het schip niet door het terras mag worden aangetast (voorwaarde omgevingsvergunning), terwijl de gemeente in de gedoogverklaring voor de ligplaatsvergunning erkent dat dit wel het geval is. (lees meer)


De beslissing verdient een korte toelichting

De kern van het probleem is dat de Verordening Openbaar Vaarwater (VOV 2006) doorgaans strikt wordt toegepast maar in dit specifieke geval grotendeels terzijde wordt geschoven. Ongelijke behandeling dus.

Het WCG heeft op 1 april advies ingewonnen bij advocatenkantoor Plas en Bossinade. Uit het advies:

"De belangen die de VOV 2006 beoogt te beschermen (authenticiteit, beschermd stadsgezicht, aanzien van de gemeente, behoud van het aantal ligplaatsen), wegen zwaarder dan het commerciële belang van Café De Toeter. Niet valt in te zien waarom alle inwoners (en horecaondernemers) in Groningen zich moeten houden aan door de gemeenteraad vastgestelde verordeningen, terwijl dat niet voor De Toeter geldt. De belangen van De Toeter zijn niet zodanig zwaarwegend dat zij een buitenwettelijke afwijking van een verordening van de gemeenteraad rechtvaardigen."

Het toestaan van een horecaterras op een woonboot druist in tegen bestaand beleid. Ondanks het convenant tussen gemeente en WCG heeft er geen zorgvuldige belangenafweging plaatsgevonden. Wederom uit het advies:

"Indien B&W terrasschepen – al dan niet bij wijze van pilot – wenselijk achten, dan kunnen zij daarvoor de koninklijke weg bewandelen. Die koninklijke weg houdt in dat B&W aan de gemeenteraad voorstellen de VOV 2006 zodanig te wijzigen dat daarin een (ontheffings)mogelijkheid voor terrasschepen wordt opgenomen en/of de authenticiteitseisen voor de Diepenring worden versoepeld."


Het WCG is niet tegen een horecaterras op het water, maar dit is ad-hoc beleid

Het WCG heeft tijdens de beroepsprocedure een betere oplossing aangedragen. Een dekschuit is veel geschikter als horecaterras en de Ludina zou naar een nieuw aan te leggen ligplaats kunnen verhuizen. De fraaie authentieke tjalk verdwijnt dan niet onder een terras en een ligplaats met woonfunctie blijft (echt) behouden. Het opofferen van een luxe varende woontjalk voor een drijvend terras is in feite kapitaalvernietiging. Er bestaan prachtige (authentieke!) dekschuiten die nauwelijks aangepast hoeven te worden, zie de foto hieronder. Overigens kan nog steeds voor dit alternatief gekozen worden want het huidige horecaterras is verwijderbaar en daarmee is de Ludina in oude glorie te herstellen.


De zitting van de Raad van State vindt plaats op 8 december 2015


2014-12-16 Ludina met Horecaterras web.jpg

Een dekschuit zou een betere, authentieke en voordelige oplossing zijn

Dekschuit, Amsterdam 1941.jpg