WCG beziet hoe Noorderhaven in nieuwe wet past: verschil tussen versies

Uit Woonschepen Comite Groningen
Ga naar: navigatie, zoeken
 
(40 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
De term "vrijhaven" voor de Noorderhaven heeft altijd vragen opgeroepen.
+
Het nieuwe wetsvoorstel dwingt tot goed nadenken over de status van woonboten in de Noorderhaven. Gemeente en WCG zijn altijd uitgegaan van het idee dat de Noorderhaven een vrijhaven is, de enige plaats waar je een wooncarrière op het water kunt beginnen zonder je diep in de schulden te steken. Weliswaar is toestemming van de havenmeester nodig, en dat is weer van belang voor je inschrijving in het bevolkingsregister, maar alles ademt een hoge mate van vrijheid en is daarmee het verdedigen waard.
  
- Betekent vertrekken (varen) dat er een recht is om terug te keren ?
 
  
- Kan een schip in de haven verkocht worden ?  
+
'''Omgevingsvergunning, maar op grond van welk artikel in het wetsvoorstel?'''
  
- Schepen in de Noorderhaven moeten bewoond worden door de eigenaar, hoe kun is dat te handhaven =
+
Onze eerste interpretatie was dat artikel 8.2a lid 2 (géén vergunning of ontheffing vereist volgens gemeentelijke verordening) doorslaggevend was. Deze interpretatie werd aan het wankelen gebracht door de [http://www.corgoudriaan.nl/bouwwerk-verduidelijking-voorschriften-woonboten-bouwbesluit.html analyse van Cor Goudriaan], die het bewuste artikel las alsof het alleen gold voor gemeenten waar geen verordening bestond. Volgens deze lezing zouden de schepen in de Noorderhaven niet voor een omgevingsvergunning in aanmerking komen.
  
Het nieuwe wetsvoorstel dwingt tot goed nadenken over de status van woonboten in de Noorderhaven.
+
Een andere mogelijkheid betrof de veelgehoorde opvatting dat schepen in de Noorderhaven een ontheffing hebben. Dan zou artikel 8.2a lid 1 (wèl vergunning of ontheffing vereist volgens gemeentelijke verordening) van toepassing kunnen zijn. Feit is evenwel dat de verordening een apart artikel (21) over de Noorderhaven bevat met een zodanige uitzondering van het ligplaatsverbod dat een afzonderlijke ontheffing voor elk schip overbodig is.
  
 +
Die omschrijving brengt ons toch weer bij het eerdergenoemde artikel 8.2a lid 2 van het wetsvoorstel: geen vergunning of ontheffing vereist. De verwoording van dit artikel past perfect bij de situatie in de Noorderhaven, waarbij de verordening weliswaar een stelsel van vergunningen en ontheffingen oplegt, maar de Noorderhaven daarvan expliciet uitzondert.
  
Het WCG stelt dat de schepen in de Noorderhaven op grond van de Verordening Openbaar Vaarwater (VOV) in feite een ontheffing van het ligplaatsverbod hebben [http://www.woonschepencomite-groningen.nl/images/c/c8/VOV_Noorderhaven.pdf (regelgeving Noorderhaven)].  
+
'''NASCHRIFT:'''<br>
 +
De zaak ligt toch genuanceerder dan het bij het verschijnen van het wetsontwerp leek. De Wet Verduidelijking Voorschriften Woonboten beoogt weliswaar zoveel mogelijk woonboten en woonschepen onder de werking van de WABO te brengen door ze als drijvende bouwwerken te kwalificeren, maar stelt daadwerkelijk varende schepen, waaronder ook woonschepen, daarvan expliciet vrij. Hetgeen hierboven is geschetst gaat dus alleen op voor woonschepen die in het geheel niet meer varen of die hooguit nog zelf naar de werf varen. Die laatste groep zal door de CvO-bepalingen uit de Binnenvaartwet vermoedelijk alleen maar kleiner worden.
  
Indien deze stelling juist is dan zijn deze ontheffingen op grond artikel 12 van de [http://www.woonschepencomite-groningen.nl/images/f/fd/2006_Verordening_Openbaar_Vaarwater.pdf VOV] ook overdraagbaar.
 
  
De Noorderhaven bleek de laatste jaren niet meer als "vrijhaven" te functioneren, eerder als woonschepenhaven waarbij schepen in de haven konden worden verkocht.
 
  
Nu de woonschepen in de Noorderhaven door de voorgestelde wetswijziging ook nog een omgevingsvergunning krijgen, lijkt het einde van de vrijhaven definitief.
+
* [http://www.woonschepencomite-groningen.nl/images/c/c8/VOV_Noorderhaven.pdf regelgeving Noorderhaven]

Huidige versie van 7 jan 2018 om 12:02

Het nieuwe wetsvoorstel dwingt tot goed nadenken over de status van woonboten in de Noorderhaven. Gemeente en WCG zijn altijd uitgegaan van het idee dat de Noorderhaven een vrijhaven is, de enige plaats waar je een wooncarrière op het water kunt beginnen zonder je diep in de schulden te steken. Weliswaar is toestemming van de havenmeester nodig, en dat is weer van belang voor je inschrijving in het bevolkingsregister, maar alles ademt een hoge mate van vrijheid en is daarmee het verdedigen waard.


Omgevingsvergunning, maar op grond van welk artikel in het wetsvoorstel?

Onze eerste interpretatie was dat artikel 8.2a lid 2 (géén vergunning of ontheffing vereist volgens gemeentelijke verordening) doorslaggevend was. Deze interpretatie werd aan het wankelen gebracht door de analyse van Cor Goudriaan, die het bewuste artikel las alsof het alleen gold voor gemeenten waar geen verordening bestond. Volgens deze lezing zouden de schepen in de Noorderhaven niet voor een omgevingsvergunning in aanmerking komen.

Een andere mogelijkheid betrof de veelgehoorde opvatting dat schepen in de Noorderhaven een ontheffing hebben. Dan zou artikel 8.2a lid 1 (wèl vergunning of ontheffing vereist volgens gemeentelijke verordening) van toepassing kunnen zijn. Feit is evenwel dat de verordening een apart artikel (21) over de Noorderhaven bevat met een zodanige uitzondering van het ligplaatsverbod dat een afzonderlijke ontheffing voor elk schip overbodig is.

Die omschrijving brengt ons toch weer bij het eerdergenoemde artikel 8.2a lid 2 van het wetsvoorstel: geen vergunning of ontheffing vereist. De verwoording van dit artikel past perfect bij de situatie in de Noorderhaven, waarbij de verordening weliswaar een stelsel van vergunningen en ontheffingen oplegt, maar de Noorderhaven daarvan expliciet uitzondert.

NASCHRIFT:
De zaak ligt toch genuanceerder dan het bij het verschijnen van het wetsontwerp leek. De Wet Verduidelijking Voorschriften Woonboten beoogt weliswaar zoveel mogelijk woonboten en woonschepen onder de werking van de WABO te brengen door ze als drijvende bouwwerken te kwalificeren, maar stelt daadwerkelijk varende schepen, waaronder ook woonschepen, daarvan expliciet vrij. Hetgeen hierboven is geschetst gaat dus alleen op voor woonschepen die in het geheel niet meer varen of die hooguit nog zelf naar de werf varen. Die laatste groep zal door de CvO-bepalingen uit de Binnenvaartwet vermoedelijk alleen maar kleiner worden.