Belastingdienst vordert huurtoeslag op woonboten actief terug: verschil tussen versies
Regel 22: | Regel 22: | ||
''“een woning die vastzit aan palen in de waterbodem. De opgang naar de woning is een vaste verbinding tussen de wal en de waterwoning. De woning mag dus niet met het water meebewegen.”'' [http://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/prive/toeslagen/huurtoeslag/huurtoeslag_2014/voorwaarden_2014/zelfstandige_woonruimte (bron)]. Het woord ''"drijvend"'' is weggelaten. | ''“een woning die vastzit aan palen in de waterbodem. De opgang naar de woning is een vaste verbinding tussen de wal en de waterwoning. De woning mag dus niet met het water meebewegen.”'' [http://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/prive/toeslagen/huurtoeslag/huurtoeslag_2014/voorwaarden_2014/zelfstandige_woonruimte (bron)]. Het woord ''"drijvend"'' is weggelaten. | ||
− | In | + | In reactie op een bezwaarschrift tegen een terugvordering over 2013 (!) schrijft de belastingdienst: ''"Het komt er dus feitelijk op neer dat het alleen om een waterwoning gaat wanneer het een paalwoning is die boven het water is gebouwd"''. |
Bij het WCG zijn meerdere gevallen bekend van huurders van woonboten/waterwoningen die jarenlang zonder problemen huurtoeslag ontvingen. Werden deze woonboten al die jaren door de belastingdienst als (toen nog drijvende) waterwoningen beschouwd of werd er onterecht huurtoeslag verstrekt? Dat laatste zou wel heel slordig zijn want woonboten zijn in Groningen herkenbaar aan hun huisnummer, dat gegeven lijkt op dit moment wèl door belastingdienst gebruikt te worden om huurtoeslag terug te vorderen. | Bij het WCG zijn meerdere gevallen bekend van huurders van woonboten/waterwoningen die jarenlang zonder problemen huurtoeslag ontvingen. Werden deze woonboten al die jaren door de belastingdienst als (toen nog drijvende) waterwoningen beschouwd of werd er onterecht huurtoeslag verstrekt? Dat laatste zou wel heel slordig zijn want woonboten zijn in Groningen herkenbaar aan hun huisnummer, dat gegeven lijkt op dit moment wèl door belastingdienst gebruikt te worden om huurtoeslag terug te vorderen. |
Versie van 1 jan 2015 om 22:59
Dit jaar heeft het WCG meerdere meldingen gehad van huurders van woonboten bij wie eerder verstrekte huurtoeslag door de belastingdienst wordt teruggevorderd.
Het lijkt er sterk op dat de belastingdienst hier in 2014 meer prioriteit aan gegeven heeft.
Veel huurders van woonboten hebben zich bij de aanvraag van huurtoeslag niet gerealiseerd dat een woonboot huren iets anders is dan het huren van een huis. Men gaat er vaak begrijpelijk maar ten onrechte vanuit dat een woonboot een zelfstandige woonruimte is.
Sinds 2011 heeft het WCG huurders van woonboten gewaarschuwd dat eerder toegekende huurtoeslag op woonboten teruggevorderd kan worden.
Is er in 2014 iets veranderd ?
Er heeft zich een opvallende wijziging voorgedaan in de omschrijving van het begrip “waterwoning” door de belastingdienst. Op een waterwoning wordt wel huurtoeslag verstrekt en op een woonboot niet. Maar wat is een waterwoning ? De belastingdienst gebruikte hiervoor tot 2014 een zeer vage omschrijving, die ongetwijfeld verwarring heeft veroorzaakt, waardoor sommige woonbootbewoners meenden een waterwoning te huren.
Tot en met 2013 werd een waterwoning door de belastingdienst in de toeslagwijzer omschreven als: “een drijvende woning die duurzaam vastzit aan de grond, bijvoorbeeld met palen” (bron)
Vragen die dit zoal oproept: is een drijvende woning niet gewoon een woonboot ? wat is duurzaam vastzitten ? wat voor palen ?
In 2014 werd de omschrijving gewijzigd in: “een woning die vastzit aan palen in de waterbodem. De opgang naar de woning is een vaste verbinding tussen de wal en de waterwoning. De woning mag dus niet met het water meebewegen.” (bron). Het woord "drijvend" is weggelaten.
In reactie op een bezwaarschrift tegen een terugvordering over 2013 (!) schrijft de belastingdienst: "Het komt er dus feitelijk op neer dat het alleen om een waterwoning gaat wanneer het een paalwoning is die boven het water is gebouwd".
Bij het WCG zijn meerdere gevallen bekend van huurders van woonboten/waterwoningen die jarenlang zonder problemen huurtoeslag ontvingen. Werden deze woonboten al die jaren door de belastingdienst als (toen nog drijvende) waterwoningen beschouwd of werd er onterecht huurtoeslag verstrekt? Dat laatste zou wel heel slordig zijn want woonboten zijn in Groningen herkenbaar aan hun huisnummer, dat gegeven lijkt op dit moment wèl door belastingdienst gebruikt te worden om huurtoeslag terug te vorderen.
Terugvorderingtermijn huurtoeslag
De belastingdienst zal in principe alleen huurtoeslag terugvorderen tot de laatste definitieve aanslag, die meestal in april plaats vindt.
Voorbeeld: als in april 2014 is vastgesteld dat er onterecht huurtoeslag is verstrekt over 2013 dan zal in principe niet verder teruggevorderd worden, want de definitieve vaststelling over 2012 heeft in april 2013 plaats gevonden. De belastingdienst kan een uitzondering maken, bijvoorbeeld als zij vindt dat de aanvrager bewust met onjuiste gegevens huurtoeslag heeft aangevraagd. (meer informatie)
Bezwaar maken bij terugvordering?
Als het over de periode vòòr 2014 gaat: zeker doen als je meent dat je woonboot volgens de omschrijving van 2013 (en eerder) als waterwoning aangemerkt zou moeten worden.
Verder is het merkwaardig dat met de omschrijving van 2014 (paalwoning) huurtoeslag wordt teruggevorderd over 2013 toen de belastingdienst een andere omschrijving voor waterwoning hanteerde. De wijziging van deze omschrijving is nooit door de belastingdienst kenbaar gemaakt.
Waarom geen huurtoeslag op woonboten ?
“Met de inwerkingtreding van de Huursubsidiewet in 1997 is expliciet bepaald dat geen huursubsidie wordt verstrekt voor de huur van een woonschip. Woonschepen voldoen niet aan de in de Woningwet omschreven eisen. Ook in het Bouwbesluit 2003 zijn geen eisen opgenomen waaraan woonschepen moeten voldoen. Achtergrond hiervan is dat het niet mogelijk is volkshuisvestingsinstrumenten toe te passen als het object niet onder de daartoe geëigende volkshuisvestingsregels valt. Er bestaan geen objectieve maatstaven om de redelijkheid van de hoogte van de huur van woonschepen te bepalen en te bezien hoe deze zich verhoudt tot de kwaliteit.” (bron: Wijziging wet op de huurtoeslag, memorie van toelichting)
In deze wetswijziging van 2006 wordt de waterwoning geïntroduceerd waarop wel huurtoeslag verleend zou kunnen worden. De omschrijving van waterwoning is echter vaag.
Belasting(fiscaal)recht.
In het belastingrecht gaat het om de vraag of een woonboot/waterwoning een roerende of een onroerende zaak is. Vooralsnog wordt door de Hoge Raad (2010, 2012) elke zaak die blijkens zijn constructie bestemd is om te drijven en drijft als roerende zaak beschouwd. Dit heeft fiscale gevolgen: geen Onroerende Zaakbelasting, geen overdrachtsbelasting, geen huurtoeslag, etc. (lees meer)
Recente ontwikkelingen.
In april 2014 heeft de Raad van State een belangrijke uitspraak gedaan over woonboten: niet de manier waarop de woonboot met de grond is verbonden maar de vraag of de woonboot terplaatse functioneert als woning is bepalend of er sprake is van een “gebouw”. Indien een woonboot als gebouw wordt aangemerkt zijn de Woningwet en het Bouwbesluit van toepassing, de Wet op de Huurtoeslag zal een woonboot niet meer uit kunnen sluiten. Het is op dit moment nog niet duidelijk hoe minister Blok uitvoering gaat geven aan de uitspraak van de Raad van State, maar de verwachting is dat er een overgangsregeling voor veel bestaande woonboten gaat komen. Deze woonboten blijven uitgesloten van de eisen van het Bouwbesluit, huurtoeslag zal voor deze woonboten onmogelijk blijven (lees meer)
Bestuursrecht en fiscaalrecht.
De uitspraak van de Raad van State is een bestuursrechtelijke benadering van woonboten en die verschilt van de fiscaalrechtelijke benadering van woonboten. In het bestuursrecht speelt de vraag of een woonboot een gebouw is of niet, in het belastingrecht gaat het om de vraag of een woonboot/waterwoning een roerende of een onroerende zaak is. (lees meer)
Dat de fiscale benadering op gespannen voet staat met de recente uitspraak van de Raad van State zal duidelijk zijn.