06-04-2012 Staatssecretaris onderzoekt fiscale gelijktrekking roerend en onroerend goed

Uit Woonschepen Comite Groningen
Versie door KlaasKoetje (Overleg | bijdragen) op 12 apr 2012 om 11:26 (Nieuwe pagina aangemaakt met 'Staatssecretaris Weekers wil bekijken of roerend en onroerend goed gelijk behandeld kan en moet worden wat betreft de overdrachtsbelasting en de vermogensrendementshef…')

(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken

Staatssecretaris Weekers wil bekijken of roerend en onroerend goed gelijk behandeld kan en moet worden wat betreft de overdrachtsbelasting en de vermogensrendementsheffing. Dit schrijft de staatssecretaris in antwoord op vragen van de SP in de Tweede Kamer.

Tot nu toe hoeven de kopers van woonboten geen overdrachtsbelasting te betalen zoals huizenkopers dat wel moeten. Momenteel ligt dat percentage vanwege de kredietcrisis op 2 %. De verwachting is dat dat weer teruggebracht wordt naar 6 %.

Ook blijkt dat mensen die woonboten niet voor eigen bewoning gebruiken dit niet hoeven aan te geven in box 3 bij de belastingaangifte. Eventuele leningen kan men wel bij box 3 aangeven. Dit zal gaan om woonboten die als vakantieverblijf of voor de verhuur worden gebruikt.

Deze verschillen zijn duidelijk geworden nadat de Hoge Raad een onderscheid heeft gemaakt tussen zogenaamde waterwoningen en woonboten. Weekers zegt dat de terminologie niet van belang is maar dat het gaat om de termen roerende en onroerende zaken. Hij is het eens met de Hoge Raad dat een woonboot of waterwoningen die duurzaam met de grond verankerd zijn als onroerende zaak beschouwd moeten worden en waar dat niet het geval is, moet de term roerende zaak van toepassing zijn. Weekers vindt het echter niet acceptabel dat er qua belastingheffing onderscheid moet zijn en gaat kijken of hij daar iets aan kan veranderen.

Overigens acht de Raad van State