Brontekst bekijken van 03-12-2010 Bestuur vraagt opheldering over verhoogde leges ligplaatsvergunning

Datum: 03-12-2010
Betreft: Leges ligplaatsvergunning

Geacht college van burgemeester en wethouders,

Tijdens de commissievergadering Veiligheid en Financiën hebben wij met dank de excuses aanvaard van uw college omtrent de informatieverstrekking rond de verhoging van de leges van de ligplaatsvergunningen. Wij hebben echter nog geen antwoord gekregen op onze vraag hoe deze verhoging tot stand gekomen is.

Uit de [http://groningen.notudoc.nl/cgi-bin/showdoc.cgi/action=view/id=108372/type=pdf/gr10.2464057.pdf tarievennota] (blz. 6) blijkt dat per jaar € 6000,== aan inkomsten staat tegenover € 19.000,== aan onkosten. U constateert daarmee dat er een kostendekkendheid bestaat van 32 % terwijl dat naar uw mening 100 procent moet worden. Vervolgens komt u dan uit op een eindbedrag vanaf 2014 € 794,==. Dat betekent een kostendekkendheid van bijna 300 % en een verhoging ten opzichte van het huidige bedrag van bijna 800 procent. Volgens onze berekening zou het bedrag niet hoger mogen worden dan € 296,08.
Het is voor ons volstrekt onduidelijk hoe het college tot de genoemde bedragen komt en wij verzoeken bij deze dan ook om nadere uitleg en/of aanpassing van de tarieven naar onze berekeningen.

Tevens verzoeken wij om opheldering over het verschil tussen een vergunning die wordt verleend na verandering van schip en/of verbouw en een aanvraag voor een nieuwe ligplaatsvergunning. Enerzijds is er naar onze mening maar een soort ligplaatsvergunning in de gemeente Groningen zoals dat staat omschreven in de Verordening Openbaar Vaarwater. Anderzijds ligt met deze opzet de mogelijkheid op de loer dat sluipenderwijs een 'bouwvergunning' moet worden aangevraagd wanneer iemand schip of ark wil verbouwen. Zoals u weet  geldt het bouwbesluit niet voor arken en schepen en hoeft men bij verandering en/of verbouwing geen vergunning aan te vragen en is de gemeente alleen gerechtigd om de maten van de ligplaats vast te stellen. Wanneer een schip of ark binnen deze maatvoering valt, is er geen enkel beletsel om een ligplaatsvergunning te vertrekken. De discussie over al dan niet gewenste authenticiteit laten wij hier buiten beschouwing maar zelfs in dat geval zal het uitsluitend gaan om het verstrekken van een ligplaatsvergunning zoals bedoeld in de VOV.

Resumerend verzoeken wij uw college opheldering te geven over de hoogte van het tarief en het verschil in tarieven ongedaan te maken omdat er naar onze mening maar een soort ligplaatsvergunning in de gemeente Groningen bestaat. Uiteraard zijn wij niet blij met de hoe dan ook forse verhoging van de leges maar begrijpen wij uw streven om voor een aantal leges te komen tot volledige kostendekkendheid.



Verwachtend u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en in afwachting van uw antwoord, verblijven wij,

Met vriendelijke groet,

Bestuur Woonschepencomité Groningen





(w.g. Klaas Koetje)

i.a.a. Gemeenteraad