Wet verduidelijking voorschriften woonboten: verschil tussen versies

Uit Woonschepen Comite Groningen
Ga naar: navigatie, zoeken
Regel 17: Regel 17:
 
De voorwaarden voor de ligplaatsvergunning blijven van kracht en gelden ook voor de omgevingsvergunning.
 
De voorwaarden voor de ligplaatsvergunning blijven van kracht en gelden ook voor de omgevingsvergunning.
  
Omgevingsvergunningen zijn plaatsgebonden en dus overdraagbaar zolang er geen functiewijziging, verbouwing of vervanging van de woonboot plaats vindt.
+
Omgevingsvergunningen zijn plaatsgebonden zolang er geen functiewijziging, verbouwing of vervanging van de woonboot plaats vindt. De discussie over overdraagbaarheid van vergunningen behoort hiermee tot het verleden.
  
 
   
 
   

Versie van 27 mrt 2016 om 16:33



Belangrijkste conclusies

De nieuwe wet maakt onderscheid tussen varende en niet-varende woonboten.

Niet-varende woonboten (watervilla's, woonarken, scharken) worden aangeduid als bouwwerk en hebben daarom een omgevingsvergunning nodig, anders zijn het illegale bouwwerken.

Alle legale, niet gedoogde woonboten krijgen automatisch een omgevingsvergunning.

De ligplaatsvergunning wordt gelijkgesteld met de omgevingsvergunning.

De voorwaarden voor de ligplaatsvergunning blijven van kracht en gelden ook voor de omgevingsvergunning.

Omgevingsvergunningen zijn plaatsgebonden zolang er geen functiewijziging, verbouwing of vervanging van de woonboot plaats vindt. De discussie over overdraagbaarheid van vergunningen behoort hiermee tot het verleden.


Varende woonboten

Varende woonboten worden omschreven als schepen gebruikt voor verblijf en "bestemd en gebruikt voor de vaart". Deze schepen worden niet aangeduid als bouwwerk en worden gezien als tussencategorie. Ze worden wel vrijgesteld van het Bouwbesluit maar niet van de omgevingsvergunning.

Om als varende woonboot aangeduid te worden zijn een aantal beoordelingscriteria opgesteld die niet allemaal tegelijk van toepassing hoeven te zijn. De criteria lijken zeer ruim te zijn genomen, bepalend zijn:

  • de vorm van het casco en het materiaalgebruik;
  • de bedoeling waarmee het schip oorspronkelijk is of wordt gemaakt;
  • de aanwezigheid van voortstuwing of aandrijving (al dan niet indirect);
  • de aanwezigheid van een stuurinrichting;
  • de zichtlijn vanuit de stuurinrichting; of
  • of het schip gebruikt mag worden om mee te varen op grond van de Binnenvaartwet

Bij het laatste criterium valt te denken aan het verplichte Certificaat van Onderzoek voor (onder andere) schepen vanaf 20 meter lengte.

Hoewel in de Memorie van Toelichting regelmatig wordt verwezen naar het belang om historische schepen vrij te stellen van de eisen van het Bouwbesluit, is "historisch schip" geen voorwaarde op zich geworden. Het ligt dan ook voor de hand om de vrijgestelde categorie woonboten aan te duiden als "varende woonboten"


Overgangsrecht

Voor bestaande woonboten met een ligplaatsvergunning verandert er niets zolang men de woonboot niet wil vervangen door nieuwbouw. Verbouwing of vervanging door een reeds bestaande woonboot blijft mogelijk, in principe onder dezelfde voorwaarden die nu gelden, zonder aan de technische voorwaarden van het bouwbesluit te hoeven voldoen. Er zal dan (zoals nu) meestal een nieuwe ligplaatsvergunning afgegeven moeten worden (tezamen met de gelijkgestelde omgevingsvergunning).


Noorderhaven

Schepen die geen ligplaatsvergunning of -ontheffing nodig hadden (b.v. in de Noorderhaven) worden gelijkgesteld aan bouwwerken met een omgevingsvergunning. Het betekent waarschijnlijk het definitieve einde van de vrijhaven, waarbij de nu aanwezige woonboten in de haven verkocht kunnen worden alsof ze een vaste ligplaats hebben. De kans is groot dat het huidige woonbotenbestand niet meer zal veranderen en er feitelijk sprake zal zijn van een woonschepenhaven. Van belang voor de haven zal wel zijn of de aanwezige schepen als varend of niet-varend gaan worden aangeduid. Het eerder genoemde criterium "de bedoeling waarmee het schip oorspronkelijk is gemaakt" zou misschien al voldoende kunnen zijn om praktische alle woonboten in de Noorderhaven tot varend woonschip te verklaren.


Verordening Openbaar Vaarwater

De consequenties voor de Verordening Openbaar Vaarwater zijn nog niet helemaal duidelijk. De gemeente kan eisen van welstand voor niet varende woonboten opnemen in de welstandsnota, hierbij zal dan overgangsrecht van toepassing zijn. Voor varende woonboten zou de Verordening ongewijzigd van kracht kunnen blijven.


Aantal ligplaatsen

Alle legale woonboten in Groningen krijgen een omgevingsvergunning, de discussie over het behoud van 434 vaste ligplaatsen lijkt achterhaald. Meerstad, de Noorderhaven: alle woonboten kunnen nu meegeteld worden. Maar uitbreiding van het aantal ligplaatsen zal voor het WCG onveranderd een speerpunt blijven gezien de lange wachtlijst en de populariteit van wonen op het water.


Verdere consequenties

Zelfs voor bovenstaande conclusies moet een kleine slag om de arm gehouden worden en er blijven genoeg vragen over: zullen bijvoorbeeld de absurde criteria voor verwaarlozing samen met het onbruikbare begrip "authentiek schip" eindelijk naar de prullenbak verhuizen ?

Het WCG zal op korte termijn een afspraak maken met de beleidsambtenaar en een gemeentelijke jurist om de consequenties van het wetsvoorstel verder door te nemen.

Op deze pagina zullen we de laatste ontwikkelingen en inzichten blijven publiceren.


Ingangsdatum

Er wordt gestreefd om de wet per 1 januari 2017 in te laten gaan.