Wet verduidelijking voorschriften woonboten

Uit Woonschepen Comite Groningen
Ga naar: navigatie, zoeken


23 maart 2016 . . . . . . Wetsvoorstel verduidelijking voorschriften woonboten . . . . . . . . .(bron)


Belangrijkste conclusies

Het wetsvoorstel maakt onderscheid tussen varende en niet-varende woonboten.

Niet-varende woonboten (watervilla's, woonarken, scharken) worden aangeduid als bouwwerk en hebben daarom een omgevingsvergunning nodig, anders zijn het illegale bouwwerken.

Alle legale, niet-gedoogde woonboten krijgen automatisch een omgevingsvergunning.

De ligplaatsvergunning wordt gelijkgesteld met de omgevingsvergunning.

De voorwaarden voor de ligplaatsvergunning blijven van kracht en gelden ook voor de omgevingsvergunning.

Omgevingsvergunningen zijn plaatsgebonden en gelden zolang er geen functiewijziging, verbouwing of vervanging van de woonboot plaats vindt. De discussie over overdraagbaarheid van vergunningen behoort hiermee in principe tot het verleden.


Varende woonboten

Varende woonboten worden omschreven als schepen gebruikt voor verblijf en "bestemd en gebruikt voor de vaart". Deze schepen worden niet aangeduid als bouwwerk en worden gezien als tussencategorie. Ze worden wel vrijgesteld van het Bouwbesluit maar niet van de omgevingsvergunning.

Om als varende woonboot aangeduid te worden zijn een aantal beoordelingscriteria opgesteld die niet allemaal tegelijk van toepassing hoeven te zijn. De criteria lijken zeer ruim te zijn genomen, bepalend zijn:

  • de vorm van het casco en het materiaalgebruik;
  • de bedoeling waarmee het schip oorspronkelijk is of wordt gemaakt;
  • de aanwezigheid van voortstuwing of aandrijving (al dan niet indirect);
  • de aanwezigheid van een stuurinrichting;
  • de zichtlijn vanuit de stuurinrichting; of
  • of het schip gebruikt mag worden om mee te varen op grond van de Binnenvaartwet

Bij het laatste criterium valt te denken aan het verplichte Certificaat van Onderzoek voor (onder andere) schepen vanaf 20 meter lengte.

Hoewel in de Memorie van Toelichting wordt verwezen naar het belang om historische schepen vrij te stellen van de eisen van het Bouwbesluit, is "historisch schip" geen voorwaarde op zich geworden. Het ligt dan ook voor de hand om de vrijgestelde categorie woonboten aan te duiden als "varende woonboten"


Overgangsrecht

Voor bestaande woonboten met een ligplaatsvergunning verandert er niets zolang de woonboot niet vervangen wordt door nieuwbouw. Verbouwing of vervanging door een reeds bestaande woonboot blijft mogelijk, in principe onder dezelfde voorwaarden die nu gelden, zonder aan de technische voorwaarden van het Bouwbesluit te hoeven voldoen. Er zal dan (net als nu) meestal een nieuwe ligplaatsvergunning afgegeven moeten worden (tezamen met de gelijkgestelde omgevingsvergunning).


Noorderhaven

Schepen die geen ligplaatsvergunning of -ontheffing nodig hadden (b.v. in de Noorderhaven) worden gelijkgesteld aan bouwwerken met een omgevingsvergunning. Het betekent waarschijnlijk het definitieve einde van de vrijhaven, waarbij de nu aanwezige woonboten in de haven verkocht kunnen worden alsof ze een vaste ligplaats hebben. De kans is groot dat het huidige woonbotenbestand niet meer zal veranderen en er feitelijk sprake zal zijn van een woonschepenhaven. Van belang voor de haven kan zijn of de aanwezige schepen als niet-varend of varend (wel of geen bouwwerk) gaan worden aangeduid. Het eerder genoemde criterium "de bedoeling waarmee het schip oorspronkelijk is gemaakt" zou misschien al voldoende kunnen zijn om praktisch alle woonboten in de Noorderhaven tot varend woonschip te verklaren. Verder is de vraag hoe met de plaatsgebondenheid van de omgevingsvergunning zal worden omgegaan: krijgen alle boten een vaste plek ?


Verordening Openbaar Vaarwater

De consequenties voor de Verordening Openbaar Vaarwater zijn nog niet helemaal duidelijk. De gemeente kan eisen van welstand voor niet-varende woonboten opnemen in de welstandsnota, hierbij zal dan overgangsrecht van toepassing zijn. Voor varende woonboten zou de Verordening ongewijzigd van kracht kunnen blijven.


Aantal ligplaatsen

Alle legale woonboten in Groningen krijgen een omgevingsvergunning, de discussie over het behoud van 434 vaste ligplaatsen is hierdoor achterhaald.

Meerstad, de Noorderhaven: alle woonboten kunnen nu meegeteld worden. Het totale aantal ligplaatsen zal opnieuw moeten worden vastgesteld en volgens het gemeenteraadsbesluit uit 2010 niet mogen afnemen. Groningen kent immers geen uitsterfbeleid. Uitbreiding van het totale aantal ligplaatsen zal voor het WCG echter onverminderd een speerpunt blijven gezien de lange wachtlijst en de populariteit van wonen op het water.


Verdere consequenties

Voor bovenstaande conclusies moet een kleine slag om de arm gehouden worden en er blijven genoeg vragen over: zullen bijvoorbeeld de absurde criteria voor verwaarlozing eindelijk naar de prullenbak verhuizen ? Wordt het onbruikbare begrip "authentiek schip" overbodig nu het door de wetgever waarschijnlijk afdoende is omschreven als "schepen gebruikt voor verblijf en bestemd en gebruikt voor de vaart" ?

Het WCG zal op korte termijn een afspraak maken met de beleidsambtenaar en een gemeentelijke jurist om de consequenties van het wetsvoorstel verder door te nemen. De eerste indruk is dat het wetsvoorstel zeker een aantal kansen biedt. Zo kan de gemeente bijvoorbeeld eindelijk gaan ingrijpen bij onveilige situaties op kamerverhuurboten.

Op deze pagina zullen we de laatste ontwikkelingen en inzichten blijven publiceren.


Ingangsdatum

Er wordt gestreefd om de wet per 1 januari 2017 in te laten gaan.