Wijziging bouwbesluit: eigenaar bepaalt over varend woonschip, niet de gemeente: verschil tussen versies

Uit Woonschepen Comite Groningen
Ga naar: navigatie, zoeken
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'Zoals door het WCG was geconstateerd is het aan eigenaren van varende schepen zelf om te bepalen of zij in het vervolg als drijvend bouwwerk moeten worden beschouwd...')
 
Regel 15: Regel 15:
 
Drijvende bouwwerken hoeven niet aangesloten te worden op het elektriciteits-, gas- en eventueel aanwezig warmtedistributienet.
 
Drijvende bouwwerken hoeven niet aangesloten te worden op het elektriciteits-, gas- en eventueel aanwezig warmtedistributienet.
  
Het is nog niet duidelijk wanneer het gewijzigde Bouwbesluit precies van kracht zal zijn. De verwachting is vanaf 1 januari 2018.
+
Het is nog niet duidelijk wanneer het gewijzigde Bouwbesluit precies van kracht zal zijn. De verwachting is vanaf 1 januari 2018.
 +
 
 +
Samenvattende [http://www.woonschepencomite-groningen.nl/images/2/21/20170321-1.pdf bijlage] wijziging Bouwbesluit

Versie van 16 mei 2017 om 13:32

Zoals door het WCG was geconstateerd is het aan eigenaren van varende schepen zelf om te bepalen of zij in het vervolg als drijvend bouwwerk moeten worden beschouwd. Deze voormalige vaartuigen hoeven dan ook niet te voldoen aan het overgrote deel van het Bouwbesluit. Feitelijk komt het er op neer dat deze dan vrijgesteld zijn van bouwregelgeving terwijl zij wel als omgevingsvergunningplichtig worden beschouwd.

Dit valt op te maken uit artikel 1.12b 5 van het gewijzigde Bouwbesluit. Daarin wordt gesteld dat de hoofdstukken 2 tot en met 7 van het Bouwbesluit niet van toepassing zijn. In een toelichting bij de wijziging staat nadrukkelijk: “Gemeenten zullen vanaf de inwerkingtreding de wijziging van het Bouwbesluit hiermee moeten werken. De ruimte voor eigen regelgeving op dit gebied wordt daarmee ingeperkt”. Dit betekent dat de gemeente Groningen dus niet een eigen beleid mag voeren terwijl men in de Watervisie nog aankondigt zich niets aan te zullen trekken van de landelijke regelgeving. In het begeleidende brief bij de Watervisie schreef het college: “Mocht de praktijk uitwijzen dat er meer schepen dan waar we nu op inzetten een drijvend bouwwerk moeten worden dan levert hen dat niet meer of minder rechten dan ‘varende schepen’ in de Noorderhaven”. Daarbij moet dus nog opgemerkt worden dat de gemeente er vanuit gaat dat zij bepaalt welke schepen varend zijn en welke drijvende bouwwerken terwijl de wijziging van het Bouwbesluit die beslissing aan de eigenaar van het schip laat.

Opvallend is verder nog dat een steiger wordt beschouwd als aansluitend terrein. Dit in verband met de veiligheidseisen voor vluchtroutes. Tevens is bepaald dat er weliswaar een duidelijk onderscheid is tussen een perceel en een ligplaats maar dat de afstand tussen wanden van naast elkaar gelegen drijvende bouwwerken 5 meter moet zijn. De grens van de ligplaats is in dat geval een denkbeeldige perceelgrens. Bij nieuwbouw of verbouw zullen dat soort buitenwanden moeten voldoen aan allerlei bepalingen die te maken hebben met onder andere brandveiligheid.

Zoals eerder gemeld gelden deze regels niet voor bestaande situaties op basis van het overgangsrecht zoals dat is geformuleerd in de Wet Verduidelijking Voorschriften Woonboten. Bij vervanging, nieuwbouw en verbouw zullen wel de betreffende bepalingen van het gewijzigd Bouwbesluit moeten worden gevolgd.

Opvallende punten: De milieueisen aan woonboten zijn lager vanwege de ligplaatsen die zich vaak in de binnensteden bevinden. Door allerlei ongunstige effecten die daaruit voortvloeien zijn dat soort eisen minder streng bij drijvende bouwwerken dan bij huizen op de wal, ook als het gaat om nieuwbouw. Drijvende bouwwerken hoeven niet aangesloten te worden op het elektriciteits-, gas- en eventueel aanwezig warmtedistributienet.

Het is nog niet duidelijk wanneer het gewijzigde Bouwbesluit precies van kracht zal zijn. De verwachting is vanaf 1 januari 2018.

Samenvattende bijlage wijziging Bouwbesluit