Klaas Koetje: laat ligplaatsvergunning opgaan in de omgevingsvergunning

Uit Woonschepen Comite Groningen
Ga naar: navigatie, zoeken


Oud-voorzitter van het Woonschepencomité Groningen Klaas Koetje pleit voor het verdwijnen van de ligplaatsvergunning.

Uit zijn e-mail van 3 april 2016 aan het WCG:

"Ik blijf het raar vinden dat op basis van de mening van het IPO (Interprovinciaal Overleg) het ministerie plotseling heeft geconcludeerd dat de ligplaatsvergunning niet in de omgevingsvergunning zou moeten opgaan. Temeer omdat dit in lijkt te gaan tegen de WABO zeker als je dat afzet tegen de Memorie van Toelichting (MvT) die daarbij hoort. Daarin staat:

De omgevingsvergunning beoogt de diverse toestemmingsbesluiten die nodig zijn voor het realiseren van een fysiek project (bouw, aanleg, oprichten, gebruik, sloop) zodanig te bundelen dat één besluit overblijft. Ook de meldingsfiguren (bijvoorbeeld de melding krachtens de artikelen 8.19 en 8.41 van de Wm) zullen bij het nieuwe vergunningstelsel worden betrokken. Voor de aanvrager betekent dit dat hij maar één aanvraag voor zijn project hoeft in te dienen. De aanvraag wordt door één bevoegd gezag beoordeeld en doorloopt één procedure. De beslissing op de aanvraag kent één procedure van rechtsbescherming. Het bevoegd gezag voor de verlening van de omgevingsvergunning draagt tevens zorg voor de bestuursrechtelijke handhaving van de omgevingsvergunning.

Ik heb het IPO inmiddels per mail gevraagd of zij het advies aan de minister willen toesturen want het is op hun site niet te vinden. (Mocht iemand dat al in het bezit hebben dan zie ik dat graag).

Bij de VNG is wel hun brief te vinden en die hebben het helemaal niet over de ligplaatsvergunning. Het enige wat zij niet willen (en dat is misschien wel schokkend) is dat een woonboot niet onder de Wet Geluidhinder mag vallen. De ligplaats wel maar de boot niet. Dit zal wel te maken hebben met oa. isolatieverplichtingen en dus geld. De reden staat er echter niet bij. Verder heeft de VNG duidelijk gemaakt niets te moeten hebben van de 3 maanden-regel die in het huidige voorstel dan ook inmiddels is geschrapt. De argumentatie lijkt me helder en begrijpelijk en veroorzaakt door de uitzondering voor varende schepen ook verder geen problemen.

Met het voorstel zoals het er nu ligt bestaat er dus voortdurend de mogelijkheid dat een woonbootbewoner toch weer met meerdere procedures te maken kan krijgen ook al wordt in de MvT gesuggereerd dat de ligplaatsvergunning in een procedure voor de omgevingsvergunning kan worden opgenomen. Ik denk dat we staande kunnen en moeten houden dat de ligplaats, zoals in de eerdere Huisvestingswet (tot 2014) toen de ligplaats als woning werd beschouwd, in de omgevingsvergunning thuishoort en de separate ligplaatsvergunning moet komen te vervallen. En zoals ik eerder heb onderstreept is het gebruik van een woonboot zonder ligplaats ondenkbaar. Zoals Goudriaan terecht opmerkt is dat een brede interpretatie van 'gebruik' maar ik ben van mening dat dit ook juridisch houdbaar is en derhalve beter nu in de wet geregeld kan worden.

Verder verwijs ik naar mijn eerder geventileerde opvatting dat feitelijk al sinds 1991 het woonbotenbeleid een gemeentelijke taak is. Dat geldt dus ook ten aanzien van het aanwijzen en vergunnen van ligplaatsen. Water(weg)beheerders konden altijd bezwaar maken tegen voorgenomen ligplaatsaanwijzing door op relevante wetgeving te wijzen. Dat hoeft na de komende wetswijziging niet anders te zijn. In Groningen is die opvatting ook gevolgd. Zo zijn er gemeentelijk vergunde ligplaatsen in provinciaal beheerd water (Noordwillemskanaal) en water dat in beheer is bij het waterschap. Na 30 jaar discussie heeft het Meerschap Paterswolde de daar aanwezige woonboten overgedragen aan de gemeente inclusief het beheer van het (vaar)water aldaar. Ook daar ging men uiteindelijk akkoord met de stelling dat het wel heel vreemd was dat een groepje bootbewoners (en inwoners) van de stad Groningen met heel andere regelgeving en heel andere tarieven te maken had dan de overige bootbewoners van de stad Groningen."


Toevoeging 7 april 2016:

De betreffende ambtenaar bij het IPO is ziek en dus weet ik nog steeds niet precies wat de overweging is geweest maar na grondige analyse kom ik tot de volgende gedachten.

De term "ligplaats" is het verwarrende onderdeel en daar heeft het IPO op gewezen. Het is immers begrijpelijk dat het IPO niet wil dat bijvoorbeeld ligplaatsen in provinciaal water voor beroepsvaart onder een omgevingsvergunning gaan vallen. Dat geldt ook voor andere overheden en semi-overheden die wellicht ligplaatsen hebben voor andere doelen dan ligplaatsen om te wonen. Het zou tot gevolg kunnen hebben dat beroepsschepen bij iedere keer aanleggen een nieuwe omgevingsvergunning zouden moeten krijgen en dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. Het IPO verwijst daarbij naar wet- en regelgeving waarin de term ligplaats voorkomt en die is meestal nautisch van aard. Daarbij moet ook vastgesteld worden dat de term ligplaats in geen enkele wet is gedefinieerd.

Wat van belang is voor woonboten zijn de ligplaatsen zoals die worden genoemd in de Wet Basisregistratie Personen, artikel 1.1 en in de Wet Basisregistraties Adressen en Gebouwen, artikel 1, 10 en 25. Zeker sinds het in werking treden van deze laatste wet moet iedere woonboot een zogenaamde BAG-registratie hebben. In de Noorderhaven heeft dat wat hoofdbrekens gekost maar is dat sinds enkele maanden van kracht. Ieder adres waar iemand woont, moet namelijk geografisch aan te geven zijn. Voor de ligplaatsvergunningen in Groningen was dat simpel omdat die al een adres hadden op een aanwijsbare plek. In de Noorderhaven is dat theoretisch nu ook zo waardoor men bijvoorbeeld het adres Noorderhaven 1019 kan hebben en daar hoort op de kaart een vakje bij.

Het probleem schuilt er dus in dat het ministerie voorbij is gegaan aan dit belangrijke verschil. Dat zou je kunnen oplossen door de terminologie te wijzigen. Als ligplaatsen waar woonboten liggen, ligplaatsen blijven worden genoemd en de overige ligplaatsen "aanlegplaatsen" dan is het verschil duidelijk. Dit betekent wel dat een hoop wetten en regelingen aangepast zouden moeten worden. Ook zou je "woonligplaatsen" in de twee wetten die het betreft kunnen schrijven in plaats van ligplaatsen. Het simpelst is dat in de Memorie van Toelichting wordt veranderd dat ligplaatsen die beantwoorden aan de omschrijving van de Wet Basisregistratie Personen en de Wet BAG worden opgenomen in de toe te kennen Omgevingsvergunning. Daarmee wordt tegemoet gekomen aan het bezwaar van het IPO en vindt er een gelijkschakeling plaats met Omgevingsvergunningen op de wal en heeft de bootbewoner een eenduidige Omgevingsvergunning.

Voor de stad Groningen lijkt dit probleem overigens niet te spelen. Alle ligplaatsen voor woonboten zijn uitgegeven en aangewezen door de gemeente conform de Verordening Openbaar Vaarwater 2006 en zouden dus in beginsel opgaan in een Omgevingsvergunning. Elders in het land kan dit wat ingewikkelder zijn omdat er zo links en rechts nog ligplaatsvergunningen voor woonboten zijn uitgegeven door onder andere het rijk, provincies en diverse waterschappen.


Aanvulling 12 april 2016:

Ik heb inmiddels de brief van het IPO ontvangen. Daaruit blijkt overduidelijk dat het IPO niet bedoeld heeft dat een ligplaats (voor woonboten) niet in de omgevingsvergunning zou mogen worden opgenomen. Het IPO laat de minister weten dat het vindt dat de wetswijziging zich moet beperken "tot ruimtelijk/Wabo-relevante verordeningen". Daarmee is duidelijk dat het IPO alleen heeft willen voorkomen dat ligplaatsen zoals hierboven beschreven, die niets met wonen te maken hebben onderdeel kunnen worden van een WABO-procedure en op zouden gaan in een omgevingsvergunning of in de toekomst een omgevingsvergunning nodig zouden hebben: "Andere verordeningen zouden volgens ons slechts in deze wetswijziging kunnen worden opgenomen voor zover is komen vast te staan dat hun reikwijdte daarvoor passend is".

Het blijft dus vreemd dat de minister in de wijziging die nu voorligt, geen onderscheid maakt tussen ligplaatsen voor woonboten en de andere ligplaatsen. Niemand heeft daarom gevraagd en het is niet in het belang van de woonbootbewoners.


Aanvulling 8 mei 2016

In Woonbootmagazine van april 2016 heb ik een stuk geschreven over de kwestie van de hypotheken zoals dat op landelijk niveau is aangekaart. In mijn visie kan ook hier de wetswijziging uitkomst bieden. Door de ligplaatsvergunning voor woonboten in de omgevingsvergunning te laten opgaan, krijgen de banken de zekerheid dat ligplaats en woonboot overdraagbaar zijn en hebben zij voldoende onderpand. Dat zou voldoende moeten zijn om over te gaan tot met huizen vergelijkbare hypotheekverstrekking.