Wet verduidelijking voorschriften woonboten

Uit Woonschepen Comite Groningen
Ga naar: navigatie, zoeken


Woonboten, de Woningwet en het Bouwbesluit

De Raad van State heeft in 2014 en 2015 geoordeeld dat een woonboot ook als bouwwerk moet worden gezien. De uitspraken van de Raad van State hadden tot gevolg dat alle woonboten met een ligplaatsvergunning illegaal waren geworden. Woonboten vielen immers niet onder het bouwbesluit en waren niet omgevingsvergunningplichtig.

Minister Blok werd door de uitspraak van de Raad van State gedwongen om de Woningwet aan te passen. Dat is in mei 2015 als concept wetsvoorstel openbaar geworden. Vervolgens heeft er een internetconsultatie plaats gevonden. Ook het WCG heeft bij die gelegenheid een reactie ingestuurd. De internetconsultatie heeft tot enige aanpassingen geleid, waarna het aangepaste concept in oktober 2015 ter advies aan de Raad van State is voorgelegd. Het definitieve wetsvoorstel is op 23 maart 2016 gepresenteerd. Op 20 december 2016 heeft de Tweede Kamer unaniem ingestemd met het wetsvoorstel. Op 24 januari 2017 was het wetsvoorstel een hamerstuk in de Eerste Kamer. De wet Verduidelijking Voorschriften Woonboten zal vanaf 1 januari 2018 van kracht zijn.


1 januari 2018 . . . . . . Wet verduidelijking voorschriften woonboten en Memorie van Toelichting . . . .(bron)


Overzicht 2014-2018


Hoofdpunten bestaande woonboten

  • Het wetsvoorstel maakt onderscheid tussen varende en niet-varende woonboten.
  • Niet-varende woonboten (watervilla's, woonarken, scharken) worden aangeduid als bouwwerk en hebben daarom een omgevingsvergunning nodig, anders zijn het illegale bouwwerken.
  • De ligplaatsvergunning wordt gelijkgesteld met de omgevingsvergunning, hierdoor krijgen alle legale, niet-gedoogde woonboten automatisch een omgevingsvergunning.
  • De voorwaarden voor de ligplaatsvergunning blijven van kracht en gelden ook voor de omgevingsvergunning.
  • Niet-varende woonboten die geen ligplaatsvergunning of -ontheffing nodig hadden worden gelijkgesteld aan bouwwerken met een omgevingsvergunning.
  • Indien een ligplaatsvergunning in tijd begrensd is dan geldt deze beperking ook voor de omgevingsvergunning.


Overgangsrecht

Voor bestaande woonboten met een ligplaatsvergunning verandert er niets zolang de woonboot niet vervangen wordt door nieuwbouw. Verbouwing of vervanging door een reeds bestaande woonboot blijft mogelijk, in principe onder dezelfde voorwaarden die nu gelden, zonder aan de technische voorwaarden van het Bouwbesluit te hoeven voldoen. Er zal dan een nieuwe omgevingsvergunning afgegeven moeten worden.


Noorderhaven

Woonboten die geen ligplaatsvergunning of -ontheffing nodig hadden (zoals in de Noorderhaven) worden gelijkgesteld aan bouwwerken met een omgevingsvergunning (Memorie van Toelichting, p5). Van belang voor de haven is of de aanwezige schepen als niet-varend of varend (wel of geen bouwwerk) gaan worden aangeduid. De criteria "de vorm van het casco en het materiaalgebruik" en "de bedoeling waarmee het schip oorspronkelijk is gemaakt" zouden misschien al voldoende kunnen zijn om praktisch alle woonboten in de Noorderhaven tot varend woonschip te verklaren. Anderzijds kan de cumulatieve eis dat de woonschepen "daadwerkelijk moeten varen al is het maar af en toe" betekenen dat een aantal schepen in de Noorderhaven niet als varend aangeduid kan worden en dus als bouwwerken gezien moeten worden. Verder is de vraag hoe met de plaatsgebondenheid van de omgevingsvergunning zal worden omgegaan: zijn er woonboten die een vaste plek in de haven krijgen ?


Verordening Openbaar Vaarwater

De consequenties voor de Verordening Openbaar Vaarwater zijn nog niet helemaal duidelijk. De gemeente kan eisen van welstand voor niet-varende woonboten opnemen in de welstandsnota, hierbij zal dan overgangsrecht van toepassing zijn. Voor varende woonboten zou de Verordening ongewijzigd van kracht kunnen blijven.


Kansen

De eerste indruk is dat het wetsvoorstel zeker een aantal kansen biedt:

- de rechtszekerheid van waterbewoners kan worden verbeterd.

- de gemeente kan eindelijk gaan ingrijpen bij onveilige situaties op kamerverhuurboten.

- voor nieuw aan te leggen ligplaatsen kunnen betere afspraken gemaakt worden, o.a. met betrekking tot welstand.


Open vragen

Voor alle bovenstaande conclusies houdt het WCG een slag om de arm en er blijven genoeg vragen over, zeker in het licht van nieuw te formuleren beleid voor wonen op het water in Groningen:

- wat zijn de gevolgen voor de uitgiftesystematiek van nieuwe ligplaatsen ?

- wordt het onbruikbare begrip "authentiek schip" overbodig nu het door de wetgever waarschijnlijk afdoende is omschreven als "schepen gebruikt voor verblijf en bestemd en gebruikt voor de vaart" ?

- zullen de bizarre criteria voor verwaarlozing in de Verordening Openbaar Vaarwater als technische eisen eindelijk naar de prullenbak verhuizen ?


Overzicht 2014-2018